Kwaliteit en veiligheid
Veilige stoffen, een veilige constructie, een maximale levensduur – dat is waar kwaliteit bij TFK voor staat.
Bescherming tegen de zon is een niet te verwaarlozen factor bij een kinderwagen. Daarom worden alle stoffen van TFK-modellen getest volgens de strenge Nieuw-Zeelandse normen en bereiken ze daar een waarde van zonnebeschermingsfactor 50+. Deze waarde geeft aan dat tot 98 procent van de UVA- en UVB-stralen wordt weerkaatst.
Ons als accessoire verkrijgbaar zonnescherm weerkaatst maximaal 60 procent van de UVA- en UVB-stralen. Een nog hogere waarde zou ten koste gaan van de doorzichtigheid en daarmee het zicht dat het kind heeft tezeer beperken.
Voor alledaags gebruik moet je in elk geval bedenken dat stof die nat is, dicht op elkaar ligt of gerekt wordt een mindere beschermende werking heeft. Zorg er bovendien steeds voor dat de wagen, en dus ook je kind, niet gedurende langere tijd in de felle zon staat.
Ondanks regelmatige en zorgvuldige kwaliteitscontroles van onze basismaterialen is bij een latere test helaas bevestigd dat in de bruine folie van de meegeleverde oranje bescherming tegen het weer een weekmaker is aangetroffen die op de REACH-lijst staat.
Zonbeschermingsfactor of UV‐beschermingsfactor - een belangrijk verschil
Voor de beoordeling van preparaten die beschermen tegen de straling van de zon, zoals zonne crèmes, kennen we de zogenaamde Beschermingsfactor. Die geeft aan hoe lang een mens zich met het desbetreffende middel kan blootstellen aan de zon, uitgaande van de graad waarbij de huid rood verbrandt. Deze Beschermingsfactor mag echter niet worden verwisseld met de Zonbeschermingsfactor voor stoffen zoals die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het zonnescherm van kinderwagens. Daarbij wordt – naar het voorbeeld van de SPF – bij stoffen en textiel steeds de zogeheten USF (UV‐beschermingsfactor) of de UPF (Ultraviolet Protection Factor) aangegeven.
Verschillende testmethodes, geen vergelijkbare resultaten
Helaas wordt de classificering van de daadwerkelijke bescherming tegen UV-straling niet overal consistent aangehouden. In de regel wordt voor de tests en de berekeningen de Nieuw-Zeelandse standaard AS/NZS 4399:1996 aangehouden. De schaal loopt daarbij van nul tot maximaal 50+. Bij de maximale waarde bedraagt de weerkaatsing ongeveer 98%. Aan de Nieuw-Zeelandse standaard is voldaan als een UPF-waarde van meer dan 15 wordt vastgesteld. Daarentegen is aan de Europese norm (EN 13758-1999) pas voldaan met een waarde vanaf UPF 40. Daarnaast bestaat ook nog de zogeheten UV-standaard 801 volgens Hohenstein. Bij deze norm wordt ook de belasting meegerekend waaraan een stof wordt onderworpen bij blootstelling aan het directe zonlicht. In tegenstelling tot de Europese, de Nieuw-Zeelandse en de Amerikaanse testmethoden (AATCC 183 - 2000) worden bij de UV-standaard 801 aspecten meegewogen als de veroudering van het materiaal, de vochtigheid en de rek van het textiel. Daardoor kan de UV-bescherming op onderdelen drastisch worden verminderd, hetgeen dan ook tot uiting komt in de aangegeven UPF-waarde. Ook belangrijk: de schaal van de UV-standaard 801 gaat tot UPF 80, terwijl bij de Nieuw-Zeelandse standaard de maximale waarde bij UPF 50+ ligt. Door deze afwijkende schaal kunnen de waarden die de verschillende testmethodes aangeven niet één op één met elkaar worden vergeleken.
Wie artikelen produceert voor kinderen, neemt een bijzondere verantwoordelijkheid op zich. Stoffen die schadelijk zijn en een gevaar vormen voor de gezondheid zijn daarbij uiteraard taboe. Dat dit niet altijd het geval is, blijkt uit onderzoeken van instanties als de Stiftung Warentest (de Duitse tegenhanger van de Consumentenbond) en Öko-Test helaas met enige regelmaat.
Om schadelijke stoffen definitief te verbannen uit de eigen productie, moet men zelf de regie in handen nemen – controle is hier beter dan vertrouwen. TFK vervult wat dat betreft een voorbeeldfunctie omdat wij onze producten regelmatig laten testen, om te zien of er nog ergens schadelijke stoffen in zitten, die we er dan meteen uithalen.
De EU-Richtlijn voor speelgoed vormt met de speelgoednorm DIN EN71, waarin de grenswaarden voor veel schadelijke stoffen zijn gedefinieerd, de basis voor alle tests waar TFK de eigen producten aan onderwerpt. In aansluiting hierop controleert TFK de gebruikte stoffen ook op de aanwezigheid van zware metalen, weekmakers en koolwaterstoffen. Verder worden de materialen nog getest op ontvlambaarheid en kleurvastheid bij transpiratie. Behalve het textiel wordt ook alle kunststof in producten van TFK getest op de aanwezigheid van zware metalen, weekmakers en koolwaterstoffen.
In textiel en kunststof kunnen zware metalen voorkomen, vandaar dat we daar in het bijzonder op letten. Een verhoogde aanwezigheid van lood bijvoorbeeld kan de ontwikkeling van de intelligentie van je kroost nadelig beïnvloeden. Arseen kan leiden tot kritieke aantasting van de huid en kan mede van invloed zijn op het ontstaan van kanker. Om die reden worden alle producten van TFK conform Richtlijn EN71-3 intensief getest op de aanwezigheid van zware metalen.
Veiligheid moet bij kinderwagens voorop staan
Doordat het aantal instituten en normen voor het testen van veiligheidsrichtlijnen maar blijft toenemen, zien veel ouders en voor een deel zelfs ook de vakhandel door de bomen het bos niet meer. „Als de bekende veiligheidslabels er maar op zitten‟, luidt daardoor maar al te vaak het motto. Wat er werkelijk schuilgaat achter deze labels, vragen nog maar weinigen zich af. In het ergste geval wordt er dan een kinderwagen gekocht in de veronderstelling dat die officieel veiligheidstechnisch gekeurd en getest is.Een kinderwagen laten testen door een onafhankelijk, officieel testinstituut kost tijd en geld. Helaas zijn steeds minder fabrikanten bereid, deze investering daadwerkelijk te doen. In plaats daarvan worden tests in eigen beheer uitgevoerd en wordt de kinderwagen vervolgens beplakt met labels van de officiële testinstituten. Of men ziet helemaal af van een test en beplakt de kinderwagen zo dat het lijkt alsof hij officieel getest is. Ook duiken er steeds weer zelf ontworpen veiligheidslabels op die de klant het gewenste gevoel van veiligheid moeten geven.
Dit symbool bevestigt dat de kinderwagen getest is door een onafhankelijk, gecertificeerd instituut, uitgaande van de norm EN 1888 en de speelgoednorm EN 71. Naast mechanische tests worden de producten hierbij ook chemisch onderzocht op weekmakers (ftalaten), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs), kleurvastheid bij transpiratie, azo‐kleurstoffen en andere zware metalen.
Logo's met dit label waar veel fabrikanten mee schermen zijn puur van eigen makelij. In het beste geval is de kinderwagen dan onderworpen aan een eigen test conform norm EN 1888 – maar zeker niet door een onafhankelijk instituut en ook niet conform de speelgoednorm EN 71. Er worden dan ook niet ieder jaar in de eigen fabriek keuringen uitgevoerd door derden.